|
De kookclub
Echte
vrienden voor het leven |
|
|
Er was eens een sprookjesverteller
Door Marga
|
|
|
Er was eens een
sprookjesverteller en die ging dood. Hij had zijn hele leven
lang over kabouters verteld en nu wilde hij, voor zijn dood,
nog een kabouter zien, een werkelijke kabouter. Hij zocht in
de provisiekast, in de ontbijttrommel, onder het buffet,
maar er was nergens een kabouter te vinden. Nu begon de
sprookjesverteller te wenen: 'Ach, lieve God,' sprak hij,
'ze zijn op. Er is er geen eentje meer! Ik heb mijn hele
leven vast geloofd dat er kabouters waren, maar nu zie je
wat je er van denken moet. Hij heeft toch gelijk gehad, de
kruidenier van hiernaast die mij altijd zo uitlachte. Nu heb
ik niets meer van het leven te verwachten.'
En de sprookjesverteller kroop in bed, blies de kaars uit en
wachtte op de dood.
Doch de dood kwam niet; hij was de verkeerde weg ingeslagen
en liep nu te mopperen om het huis heen. 'Woont hier de
sprookjesverteller?' riep hij door het raam. 'Ja, Dood!'
antwoordde de sprookjesverteller van uit de bedstee, 'kom er
maar in! Maak het kort! Alle aardigheid is er toch voor mij
af. Pas op voor de drempel, daar zit een plank los.'
'Je bent een rare.' hernam de Dood, zich over het bed
buigend, 'verlang je naar mij? De mensen zijn altijd bang
als ik binnenkom. Vind je het prettig, dat ik er ben?'
'Jawel,' antwoordde de sprookjesverteller glimlachend, 'ik
vind het heel prettig, Dood, de kabouter wil niet komen en
daarom ben ik blij dat jij komt. Of het een, of het ander.'
'Wat zit je nu toch te praten van een kabouter?' sprak de
Dood verbaasd, 'je bent toch een echte sprookjes verteller,
waarlijk. Onderzoek liever je geweten, denk eens aan je
zonden en aan de eeuwigheid. Dat zijn nuttige gedachten. Ik
zal zo lang wat in de tuin rondlopen. Je roept wel als je
klaar bent.'
De sprookjesverteller lag nu op zijn rug naar de zoldering
te kijken en deed wezenlijk zijn best aan zijn zonden en aan
de eeuwige straf te denken. Maar het vlotte niet erg;
telkens kwam de gedachte aan de kabouter er tussen.
'Lieve Heer,' bad hij tenslotte, 'ik ben maar een arme
sprookjesverteller met weinig verstand. Wees niet boos om
die ene wens, de enige die ik heb: laat mij toch een
kabouter zien!' Maar de kabouter kwam niet.
De sprookjesverteller wachtte en wachtte; toen draaide hij
zijn hoofd om en keek door het tuinraam; de Dood stond daar,
naast het rozenboompje, en knikte hem toe.
'Kom maar,' riep de sprookjesverteller, 'kom maar, Dood!'
En de Dood kwam. En hij nam hem in zijn armen en legde hem
voor Gods voeten.
'Wie is dat?' vroeg God. 'Dit is een sprookjesverteller,'
antwoordde de Dood, 'hij is zojuist gestorven.' 'Wat was
zijn laatste gedachte?' vroeg God. 'Hij wilde een kabouter
zien,' antwoordde de Dood verlegen. God glimlachte. 'Dat is
een zeer goede gedachte,' zeide hij, 'laat hem derhalve
binnen.'
|
|
|
4 Jonge vrienden
Door Henk
|
|
U
begrijpt dat de kabouter een metafoor is voor het leven van Bert,
waar hij zo van hield.
En
eens waren er
4 jonge vrienden , zij delen het plezier, gaan naar popconcerten en
festivals, met 4en trouw naar de wedstrijden van FC Den Bosch, hoe
koud dan ook, een fles jagermeister onder de arm, vieren feest, gaan
stappen en ontmoeten 4 schoonheden.
Ook
deze dames worden vriendinnen en al gauw heb je een vriendenclub.
Op
feestjes discussiëren de heren in de keuken onder het genot van een
pilske, de dames kletsen wat af op de bank en vragen zich steeds af
waar het eten blijft.
En
na een heel hoop pilskes hoorde je een legendarische uitspraak van
Bert
If I quit baseball, wil you
stop loving me?
8
jonge mensen die dachten dat ze de wereld wel aankonden. Carrières
werden opgestart, Huwelijken werden aangegaan. Kinderen kwamen,
ouders stierven, de eersten begonnen met sporten en sommige haakte
ook weer af. Samen op vakantie, kamperen of naar Jacqui. Weekendjes
weg, of een dagtochtje op de fiets.
Spelletjes werden fanatiek bedreven, verliezen was geen optie. Met
z’n allen naar Willem Ruis, dat varkentje zouden ze wel wassen.
Het
enige wat niet fanatiek werd bedreven was dansles, snel vergeten!
Topsport kwam in het spel, wielrennen, schaatsen in Eindhoven, Mont
Ventoux, wandelen door de hele wereld en de 4daagse in Nijmegen.
Bert werd zelfs Europian Walker.
In
Gouda was iedereen welkom, hele logeerpartijen. Bert wist precies
bij welke winkels de lekkerste dingen te halen waren. Maar blij was
Bert om weer terug te keren naar het Brabantse land.
Druk, druk, druk, werk, kinderen, sport altijd was er wel iets. We
zagen elkaar te weinig, en ik denk Kristy kwam met het idee van een
eetclub.
4x
per jaar 8 mensen, heerlijk eten, lekker wijn, heel veel lekkere
wijn en veel klets, heel veel klets en vooral discussie, discussie
over sport, doping bij het wielrennen, nieuwe racefiets, Mart
Smeets, Israël, Bossche politiek, de nieuwste auto´s, de
maatschappij. Kortom over het leven, en Bert wist het allemaal. Alle
feiten, alle weetjes, alles wist Bert.
Wat
hebben we heerlijk gegeten, gedronken en genoten tijdens deze lange
avonden.
Citaat van Cees
|
Denkend aan muziek ontstaan er toonladders van rust in mijn
hoofd
Geïnspireerd door muziek raak ik ontspannen en neem even
afstand van mijn zorgen om jou
Luisterend naar muziek maakt dat ik mijn verdriet over jou
even vergeet
Terugdenkend
aan muziek van de Slumberlandband tot aan de Stones
Echte vrienden houden van muziek en echte vrienden dat zijn
wij
|
|
|
Carnaval is om gevierd te worden. Waar iedereen ook vandaan
moest komen. Tot dat Bert en Cinth aankondigden dat ze op
hun 50e wilde stoppen met carnaval vieren. De leeftijd ging
ze te parten spelen. Zo hard hebben wij nog nooit gelachen.
Niemand, maar dan ook niemand nam dit serieus. Carnaval vier
je! En ja afgelopen carnaval, op dinsdag komen we elkaar bij
toeval tegen in het Casino, de één terug van het wandelen,
de ander van vakantie. Achter in de Pleinzaal werden heel
wat tranen gelaten door 8 mensen, we hebben samen een flinke
pint gepakt met de gedachte, hoelang nog. Bert is niet meer,
maar een Oeteldonker zal hij blijven in hart en nieren.
We gaan je
missen Bertus, maatje,
Onverwachts is het stil, oorverdovend stil.
|
|
|