*11- 09
-1928 -
†
11 - 03 - 2015
Muziek bij binnenkomst dienst (o)ma
Rabou
Oma wordt begeleid door de kleinkinderen
Marlous/Jasper/Thomas/Fieke/Mara/Yannick/Maxim/Laura/Dennis
12 Kaarsjes worden aangestoken door
Marlous/Jasper/Thomas/Anne/Fieke/Patricia
/Mara/Yannick/Maxim//Loes/Laura/Kevin/Dennis/Monique
Toespraak Mary en Kristy
en Kristy namens Cees
Mary
|
Lieve mam,
Ik geef je dit kleine
gedichtje mee,
zodat je weet hoe vreselijk
ik je zal missen.
Slechts 1 bloem
zal ik je geven
zodat je zult zien
hoe mooi die is
Slechts 1 traan
zal ik je geven
zodat je zult voelen
hoe diep mijn verdriet is
Bedankt lieve mam
dat jij mijn moeder was
|
|
Kristy
Lieve
mama
Het is
tijd om afscheid te nemen
Nooit
meer….een kus .. en ...tot morgen mam…of….ik bel je snel
Heel
stoer denk ik…..het is beter zo, ik heb er vrede mee,
Je hoeft
nu geen pijn meer te voelen, niet meer sterk te zijn….
Dit keer
is het afscheid definitief, onherroepelijk…
Niet
meer…..ha meis……
Heel
stoer denk ik……je hoeft niet meer bang te zijn, niet
meer sterk te zijn…
Maar
vandaag doet gedag zeggen zeer……
Nooit
meer in mijn bijzijn……geen liefdevolle
gebaren……uitzwaaien….zo lang mogelijk
Lieve
mam….het is goed….je hebt het goed gedaan
Van Cees:
Wat moet
ik zeggen….er valt zoveel te zeggen
Een
rivier vol tranen…dat kan ik wel zeggen
Want voor
mij…..hoe zal ik het zeggen…en iedereen mag dit horen….
Was u een
pracht schoonmoeder en een geweldige oma voor Fieke en
Mara.
Ik zal u
erg missen, dat wil ik wel zeggen.
En tot
slot….doe de groeten aan ons vader en moeder en aan Bert
en Sjaak.
En ooit
zijn we allemaal samen, dat kan ik met zekerheid zeggen
Foto presentatie1
Toespraak John
|
Lieve mam,
Dat het leven jou niet altijd goedgunstig
gezind was, kunnen we denk ik wel
vaststellen. Je hebt heel wat voor je kiezen
gehad.
De beslissing van je moeder bijvoorbeeld, om
je op twaalfjarige leeftijd weg te sturen om
ergens in Hilversum of zo bij wildvreemden
in het huishouden te gaan werken, dat heb je
nooit goed kunnen begrijpen. “Waarom juist
ik? Was ik niet goed of lief genoeg om thuis
te mogen blijven?”
En jullie bruiloft was ook al zoiets. Meteen
na het huwelijk ging het spoorslag naar
Amsterdam. Niks geen feestelijkheden of zo,
want de schande was te groot. Omdat er
nergens anders plaats was voor jullie,
trokken jullie direct in bij een nicht van
mama, die volgens papa een beetje gek was (vertelde
hij me een paar dagen geleden nog).
Via een collega bij het Spoortje konden
jullie gelukkig al snel woonruimte krijgen
in Rotterdam, waar papa toen werkte. Toen
Jos een maand of 4 later geboren werd,
woonden jullie daar inmiddels op zolder bij
Opa Uitermark. Er konden net 2 bedden in
staan en toen Mary (en nog eens anderhalf
jaar later ook ik) daar geboren werden,
moest er wel erg inventief met de
beschikbare ruimte worden omgesprongen. Voor
mij werd bijvoorbeeld het kolenhok
vertimmerd tot een soortement van
babykamertje.
Ongeveer een jaar later kregen jullie een
driekamerflat in Overschie. Hier werden
Kristy en Pierre geboren. Het was een tijd
van heel hard werken, sappelen en
bijbaantjes. Zo werden er een tijdlang elke
week stapels tijdschriften thuisbezorgd, die
door jullie - ‘s-avonds na het eten, na een
dag hard werken – nog moesten worden
rondgebracht. Wij hielpen daar vaak bij mee.
De Katholieke Illustratie , Margriet,
Libelle, Sjors van de Rebellenclub en Donald
Duck, als ik me goed herinner. Vaak waren we
daar wel een paar avondjes mee bezig, geloof
ik.
Ikzelf vond het geweldig als elke week weer
die stapels bladen thuis werden afgeleverd.
Vooral de cartoons achter in de Katholieke
Illustratie en de Sjors en de Donald Duck
waren bij mij favoriet. Maar het rondbrengen
van die bladen was natuurlijk gewoon bittere
noodzaak.
Ook weet ik nog goed dat jij jezelf het eten
uit de mond spaarde. Zo kregen wij allemaal
een stukje vlees en jij deed het zelf met de
zwoerdjes. Van de zelfgemaakte
vanillepudding deelde je aan ons allemaal
ruim uit en jijzelf at meestal het velletje
dat er door het koken op was gekomen. Dat
vond je lekker, zei je.
En als we graag iets wilden hebben, een
ijsje of zo, kwam er vaak als antwoord: “Het
geld groeit ons niet op de rug” of “Dat kan
het bruintje niet trekken.” En daar konden
we het mee doen. Wij deden er verder maar
het zwijgen toe en waren tevreden met wat we
hadden.
En ook al was het in die jaren 50 en begin
jaren 60 armoe troef, toch heb ik nooit het
gevoel gehad dat ik iets tekort ben gekomen
en thuis voelde voor mij altijd als een
warm nest.
Het ongeluk van Kristy dat in die jaren
gebeurde was een mokerslag. Maandenlang de
dagelijkse gang naar het ziekenhuis, en
later – ook in Utrecht - naar specialisten,
chirurgen en weer eens naar het ziekenhuis,
naar schoenmakers, zelfs een reis naar
Lourdes, was een niet te bevatten zorg en
eiste jullie voor een groot deel op. Maar ik
kan niet zeggen dat ik daar veel last van
heb gehad. Ik vond het vooral heel erg voor
jullie en voor Kristy.
Later in Utrecht werd het allemaal een stuk
beter, ook al moest er naast het huishouden
nog wel flink bij gewerkt worden. Jij had
een poetsbaantje bij een kantoor, waar wij
ook weer vaak mee naar toe genomen werden om
te helpen. Om de prullenbakken te legen
bijvoorbeeld. Of de kantoren te vegen. Het
leuke was dat er in dat kantoorgebouw een
koffieautomaat stond, waar ook warme
chocomel uitkwam. Dat maakte de gang naar
dat kantoor minder vervelend, want die
chocomel was een regelrechte traktatie.
En nu was er na het eten altijd wel een
klein pannetje over, dat jij – of een van
ons – was het elke dag? - naar het oudje
bracht, dat beneden ons in het
bejaardenflatje op de eerste verdieping
woonde. Je was toen eigenlijk al een soort
mantelzorger.
Ook gingen we in die jaren voor het eerst op
vakantie. Anderhalve dag in de trein naar
Rimini. Overstappen in München. Slapen in de
trein; fantastisch vond ik dat. Ik heb dat
veel later zelf ook nog vaak gedaan. Met Jos
naar Bretagne en Schotland en later op mijn
eentje naar Istanbul en Athene.
In Rimini kwam ik er achter – ik moet een
jaar of 10, 11 geweest zijn – dat jij een
hele mooie vrouw was, want als papa even
niet in de buurt was, werd je van alle
kanten door die Italianen nagefloten. Dat
was wel een gekke gewaarwording.
In die jaren kreeg je ook zelf steeds vaker
te maken met het ziekenhuis. Zo moest je
eens onder het mes vanwege langlopende
problemen met je sinussen. Je had pa na de
ingreep op het hart gedrukt om ons vooral
niet mee te nemen op het bezoekuur, omdat je
kennelijk niet toonbaar was. Ik denk dat ik
pa de kop gek gezeurd moet hebben of hij
heeft niet geweten waar hij me moest laten ,
want op een keer nam hij me wèl mee. Nou,
dat heb ik geweten. Ik ben me rot
geschrokken en jij was woest op papa. Je
gezicht was bont en blauw en helemaal
opgezwollen, maar toen ik je stem herkende
en je mij geruststelde dat het allemaal wel
goed zou komen, bekwam ik al gauw van de
eerste schrik en ik geloof niet dat ik er
iets aan over gehouden heb. En jij trok
langzaam maar zeker weer mooi bij.
Na de kantoren volgde juffrouw de Vries als
schoonmaakadres. Een oud-lerares, als ik het
wel heb. Daar heb je volgens mij een jaar of
25 gewerkt. Toen we al lang en breed in Den
Bosch woonden, ging jij nog lange tijd elke
week bij haar op bezoek, ook al werkte je er
al lang niet meer. En ook hier heb ik
dierbare herinneringen aan. Mevrouw de Vries
had namelijk een abonnement op het
Amerikaanse maandblad National Geographic
Magazine. Als zij het ding uithad, gaf ze
het aan jou mee om het vervolgens aan mij te
geven. En zo kon het gebeuren dat ik dankzij
jou en mevrouw de Vries zo’n 25 jaargangen
bij elkaar heb kunnen verzamelen. Het was
het begin van mijn fascinatie voor
geschiedenisillustraties, want in dat blad
stonden (en staan) vaak spectaculaire
illustraties bij dat soort artikelen en daar
smulde ik van. Dàt wilde ik ook wel.
Ondertussen kwamen jullie er steeds
comfortabeler bij te zitten en konden jullie
nu zelfs ook overwinteren. Een aantal keren
in Spanje, maar ook in Sicilië en Turkije,
ook al waren die laatste twee geen
onverdeeld succes.
Jullie woonden heel prettig aan de
Burchtenlaan in de Maaspoort en daar kwamen
de eerste kleinkinderen. Het werden er
uiteindelijk 9. En later ook nog eens 5
achterkleinkinderen. Dit was voor jou een
groot geluk.
Maar in deze tijd werd je ook geconfronteerd
met een steeds slechter wordende gezondheid.
In 1985 – op je 56ste - kwam er zelfs een
open hartoperatie van, met 3 bypasses.
Als men toen had gezegd dat je het daarna
nog 30 jaar vol zou houden, had niemand van
ons het geloofd. Maar toch was het zo. Zelfs
met nog vele keren gedotterd te zijn en
stents geplaatst te hebben gehad.
10 jaar geleden besloten jullie naar
Mariaoord te verhuizen met het oog op de
oude dag. Dan hoefden jullie ook geen beroep
te doen op onze zorgen, want die kon
geleverd worden door Mariaoord. Je wilde ons
namelijk beslist niet tot last zijn. Een
mooie gedachte. Je hebt daar deze laatste
jaren nog heel fijn gewoond samen met papa,
ook al ging het met je gezondheid steeds
verder bergafwaarts.
De hartstilstand van juli vorig jaar
versnelde dat proces aanzienlijk en ik hield
mijn hart vast. Hoelang zou dit nog goedgaan.
Maar ik ben heel gelukkig dat je onze
kinderen hebt zien opgroeien en onze
25-jarige bruiloft en de presentatie van
mijn boek nog hebt mee mogen maken.
Ook de terugkeer van je verloren zoon een
paar jaar geleden heeft jou en papa enorm
gelukkig gemaakt. En hen niet alleen
trouwens.
Met papa liefdevol en altijd onverstoorbaar
aan je zijde heb je van je leven een vol en
rijk leven gemaakt. Lieve mam, ik ben trots
op je en ik hou van je.
John
|
|
Foto presentatie 2
Toespraak Fieke en Mara
|
Dag lieve oma,
De laatste tijd hoorden wij
je vaak zeggen “als ik jullie en mijn beide
ogen toch niet had. Nu zijn je ogen gesloten
en moeten wij het zonder jou doen.
Voor ons was je veel meer dan
alleen een oma. We konden met je lachen,
huilen, over alles met je praten en zelfs de
stille momenten waren fijn.
Bedankt voor alle mooie en
fijne momenten die we met je hebben gedeeld.
We hebben veel van je geleerd. Je kracht en
doorzettingsvermogen nemen wij mee.
We gaan je heel erg missen en
zullen je nooit vergeten.
Rust zacht liefste oma
|
|
Toespraak José
Moeders.
Als je
voor het eerst moeder wordt, weet je nog niet wat het is
om moeder te zijn.
Wat je
van het moederschap maakt wordt gekleurd door je
persoonlijke geschiedenis en de omstandigheden in je
leven. En die waren voor Ma, zeker in het eerste begin
niet gemakkelijk, de verhalen die ze daarover vertelde
sneden me altijd door mijn ziel. Het waren Jaren 50 in
het naoorlogse Rotterdam, weinig centen te “makken” en
vooral ver weg van haar familie. Ondanks die moeilijke
eerste jaren heeft ze samen met Pa een prachtig gezin
opgebouwd. Jullie kinderen en later de kleinkinderen
zijn altijd het middelpunt van haar bestaan geweest. Er
gewoon altijd voor ze zijn en voor ze zorgen, en van
iedereen even veel houden.
Op
zaterdag 2 weken geleden, zouden jullie nog ‘n keer bij
ons komen lunchen, een kopje soep, een sneetje brood,
kleine porties, je kon niet veel meer eten. John gaat
jullie ophalen en belt me op om te vertellen dat je niet
wakker wordt. Ik hoor aan zijn stem dat het niet goed
is. In het ziekenhuis wordt duidelijk dat je een
herseninfarct hebt gehad. We zijn allemaal uit het veld
geslagen, want dát had niemand aan zien komen. We zien
je worstelen met een onwillig lichaam, je rechterarm die
wijst, we weten niet waarheen, je vertelt honderduit
maar we kunnen je niet verstaan. De dokters zeggen dat
je iedere dag een klein beetje vooruit gaat maar wij
zien wat anders.
Hoop
vervliegt met de dagen, zonder eten kan een mens niet
leven, Ma wel, nog even. De ziekenhuiskamer vol met
kinderen en kleinkinderen, kleine Tim je jongste
achterkleinkind. Én Pa, die niet van je zijde wijkt,
je hand vasthoudt en iedere dag verteld hoeveel hij van
je houdt. Fieke en Patries vertellen jou en Pa alvast de
naam van hun zoontje, ohh ,wat zou je hem graag nog even
in je armen hebben gehad. We zien je volhouden en we
weten allemaal hoe goed je dát kunt…het leven
vasthouden.
Als je
voor het eerst moeder wordt, weet je nog niet wat het is
om moeder te zíjn.
Toen ik
Ma leerde kennen wist zij dat wel. Ze was er voor mij,
toen ik voor het eerst moeder werd, en mijn eigen moeder
er niet meer bij was. Dat deed me onnoemelijk veel goed
en vormde een verbintenis die vóór die tijd nog niet
bestond. Ze werd een geweldige oma voor onze kinderen,
speelde eindeloos spelletjes met Yannic en gaf Maxim de
liefde voor het koken mee. Altijd soep op zondag, altijd
snoepjes uit dat ene kastje , altijd was er van alles
genoeg en kwam niemand iets te kort.
Het
laatste half jaar toen Ma alsmaar brozer werd, vertelde
ze nog wel eens stukjes van haar levensgeschiedenis. Ik
kreeg steeds meer bewondering voor haar innerlijke
kracht om bij alle tegenslagen op te krabbelen en weer
door te gaan.
Wat was
het fijn om te horen, nog niet zo lang geleden , dat Ma
vertelde dat ze trots was op zichzelf, terugkijkend op
haar leven.
Foto presentatie 4
Toespraak Jos
Misschien weet u het niet maar mijn
moeder hield van sport.
Ze keek graag naar het voetballen,
het wielrennen, het schaatsen en het tennissen.
Ze was een sportster die passief
haar sport beoefende.
Ondanks dat bezat ze wel de
eigenschappen die een sporter heeft namelijk
uithoudingsvermogen, doorzettingsvermogen, het vermogen
om af te zien en diep te gaan. Bovendien had ze ook de
nodige kracht.
Ik denk dat ze ook wel eens het
euforische gevoel heeft gehad die sporters vaak krijgen
na een goede race of training.
Dat zag je vaak na de vele operaties
die ze in het leven heeft ondergaan. Ze pakte de draad
gewoon weer op.
De laatste krachtsinspanning die ze
aan het leveren was bleek een horde te ver te zijn.
Ja, ik weet het zeker mijn moeder
was een Topsportster.
Einde dienst
|